Hoe dek ik mijn tafel?
Kleed om te beginnen je tafel aan met een chique tafelkleed, passend bij de gelegenheid. Houdt hierbij rekening met de gewenste servet keuze. Zet de borden ter hoogte en in het midden van elke stoel. Het eerste bord dat je plaatst is een onderbord. Zorg ervoor dat de borden netjes tegenover elkaar staan. Op het onderbord worden de borden of kommen in chronologische volgorde geplaatst voor de gerechten die opgediend gaan worden. Eventueel kun je links boven het bord kan een klein bordje neer zetten voor een voorafje zoals een broodje of een salade.
Hoe ligt het bestek?
Na het plaatsen van de borden kan het bestek (ook wel bekend onder de Franse naam “couvert”) worden ingedekt. Het indekken van bestek werkt als volgt: de vorken worden aan de linkerkant van het bord neergelegd, de messen en de lepels aan de rechterzijde van het bord. Het bestek wordt van binnen naar buiten gedekt, het bestek voor het hoofdgerecht ligt dus het dichtst bij de borden. Het lemmet van het mes ligt aan de kant van het bord. Het bestek voor het dessert wordt om en om ingedekt en wordt in horizontale positie boven het bord neergelegd. Het maximum is drie stuks. Hierbij ligt het mesje met het snijvlak naar het bord toe het dichtst bij het bord. De vork ligt er boven. De tanden van de vork liggen aan de rechterkant. Een dessertlepeltje ligt bovenaan, met de bolle kant gericht naar links. Een mesje, vorkje of lepeltje voor een amuse ligt bij het kleine bordje.
Over de wijnglazen..
Bij het indekken van een tafel, nemen we om te beginnen drie glazen. Een groot wijnglas, bestemd voor rode wijn, een kleiner wijnglas voor de witte wijn en een groter glas bedoeld voor water. Voor water kan een groot wijnglas gebruikt worden, maar ook een longdrinkglas. Het grootste glas op tafel (voor water) staat het verst van je verwijderd. Het wordt gedekt rechtsboven van het bord, precies boven het mes voor het hoofdgerecht. Het rode wijnglas wordt rechts van het waterglas geplaatst, deze komt iets dichter bij de tafelrand te staan. Het witte wijnglas kan rechtsboven het rode wijnglas glas gezet worden. De glazen staan dan van rechts naar links geschikt zoals je ze gebruikt. Van oudsher, en dus volgens de etiquette begin je dus met het glas dat helemaal rechts staat en gebruik je voor elke gang een nieuw glas. Bij een licht voorgerecht en bij vis drinkt men witte wijn en bij vlees drinkt men rode wijn, officieel wordt er zelfs bij wild vlees een vollere wijn gedronken dan bijvoorbeeld bij kip. Tegenwoordig kiest men vaker voor één wijn gedurende het gehele diner. Echte wijnkenners zullen deze etiquette echter nog graag willen naleven. Een dessertwijn kan worden geschonken bij het nagerecht.
Hoe houd je je wijnglas vast?
Een wijnglas wordt altijd bij de steel vastgehouden. Dit om te voorkomen dat je glas onder de vingerafdrukken komt te zitten en dat de inhoud van het glas de temperatuur van je handen overneemt. Ook kun je door het glas bij de steel te heffen de wijn goed tegen het licht te houden om de te kleur bekijken. De kleur van de wijn zegt namelijk iets over de kracht van de wijn. Een wijn kan een stevige of fruitige afdronk hebben. Een echte kenner zal dit al aan de kleur kunnen aflezen. Voor het oppakken van het glas neem je de steel tussen wijsvinger en duim. Aangezien dit een fragiele manier van oppakken is, moet degene die de wijn schenkt het glas tot een bepaald punt vol maken. De regel is, dat je moet schenken tot waar het glas het breedste is. Ga je over dit punt heen dan doorbreek je de balans en kiept je glas bij het heffen.
Proost
Begin niet meteen met drinken, vaak wordt er eerst met zijn allen getoost voordat de eerste slok genomen mag worden.
Je bent in een restaurant of uitgenodigd bij iemand te eten. Tijdens het tafelen zal de gastheer of -vrouw gerechtjes aan je serveren. Het serveren van voedsel gebeurd altijd links van je (behalve soep) en het afruimen gaat via rechts. Drankjes worden altijd rechts geserveerd. Overbodig bestek wordt afgeruimd of extra benodigd bestek wordt bijgelegd. Het bestek wordt altijd van buiten naar binnen gebruikt. Je servet ligt tijdens het hele diner op je schoot. Als je bij iemand gaat eten of door iemand wordt uitgenodigd om uit te gaan eten, wacht dan altijd tot de gastheer/gastvrouw begint met eten of aangeeft dat er gegeten kan worden.
De tien geboden voor een keurig diner
1. Zit rechtop
2. Praat niet met volle mond
3. Begin niet meteen voor jezelf te pakken, deel brood, boter of schalen rond.
4. Geen eten prakken
5. Niet slurpen
6. Niet blazen
7. Leg nooit je ellebogen op tafel tijdens het eten
8. Leg mes en vork als je klaar bent in de 16.20u positie, met het mes aan de
buitenkant en de vork aan de binnenkant.
9. Excuseer je altijd netjes als je van tafel wil
10. Snuit nooit je neus in het servet.
11. Drink niet teveel wijn ;)